Iedereen die ook maar iets van glaskunst weet, begint over het glas van René Lalique. Deze goudsmid (1860 – 1945) is een van de bekendste kunstenaars uit de tijd van de art nouveau en art deco. Naast sieraden maakte zijn atelier schitterend glaswerk. Een mooie collectie is te zien in het Lalique Museum in Doesburg
Als het gaat om glas, dan zijn zijn naam en faam vooral gebaseerd op zijn schitterende opalescente glas. Helaas kun je als glasblazerij dat schitterende glas niet als ruwe stof inkopen. Zwakke aftreksels wel, maar die leiden alleen tot teleurstellingen.
Zelf proberen glas te mengen
Dus dan maar proberen het zelf voor elkaar te krijgen door bestaande glassoorten te mengen. Meerdere keer op verschillende wijze hebben we in onze glasblazerij stukjes glas gesmolten en gemengd op een manier waarvan we zelf dachten dat het er wel op moest gaan lijken.
Tot nog toe? Succes 0,0!
Mijn laatste poging was een van meest komische mislukkingen van de 15 jaar dat het atelier nu bestaat. Het glas barstte niet alleen, maar werd cadmium geel toen het koud was. Dat was bijzonder, want cadmium zat er nu net niet in…
Het originele recept
Hard om mij lachend is Robin (onze trouwe glasblaasassistent) maar weer eens het internet op gegaan. Nu niet om een look-a-like te maken uit bestaand glas, maar om nogmaals het originele recept op te zoeken. Wellicht kunnen we hernieuwde inspiratie opdoen en zelf iets kunnen mixen? Uit eerder online onderzoek wist ik dat dat een slecht idee was, maar hoe slecht ook al weer? Dat was ik een beetje vergeten.
Voor de liefhebber, dit is wat staat op The Glass Museum Online:
- 66.6% to 67.02% sand
- 8.5% to 8.66% potassium oxide (potash)
- 9.9% to 10.02% sodium oxide (soda ash)
- 3% to 3.14% lead oxide
- 4.58% to 5.2% calcium oxide (quicklime)
- 1.3% to 1.31% aluminium trioxide (alumina)
- 3.87% to 4.37% phosphorus pentoxide
- 0.16% to 0.18 sulphur trioxide
- 0.09% to 0 .1% chlorine
- 0.4% to 0.45% fluorine
- 0.04% manganese dioxide
- 0.19% to 0.66% arsenic trioxide (white arsenic)
- trace cobalt oxide (cobalt)
Vijf stofjes
OK, leuk lijstje, maar voor degene die geen scheikundige achtergrond hebben, niet zo veelzeggend. Voor Robin en mij, een instant reden om meteen de handdoek in de ring te gooien. Wat staat er nu eigenlijk? Nu, er staat, in alarm-taal: brandwonden, ademsnood, kanker, dementie en vernietiging van je spijsvertering. En nee, dit is niet heel erg overdreven.
Zwaveltrioxide is een restproduct fossiele brandstof. Het is zwavelzuur voordat je het oplost in water. Fosforpentoxide is fosforzuur voordat je het oplost in water. Beide stoffen reageren dus zeer heftig met water. Met contact op de huid, ogen of longen krijg je daar dan ook heftige brandwonden van. Ook in zeer kleine hoeveelheden.
Kobaltoxide is kankerverwekkend. Nu eet je het niet, dus het is niet het engste stofje in de mix. Maar toch ook niet een stofje dat ik graag ongebonden gebruik bij temperaturen van 1450 graden.
Van loodoxide word je onder andere dement. Het dampt op 1450 graden behoorlijk uit, dus even niet ademen.
En arsenicum, tjsa, daar is menige detective serie over geschreven. Dat vergiftigt je spijsvertering en is dodelijk.
Toch maar een ander kleurtje
Met andere woorden, wil je het glas van René Lalique maken? Neem dan een toch al niet zo gezonde pre-glasmix en voeg daar vijf stoffen aan toe waarmee je jezelf vrij eenvoudig zeer ernstig letsel mee kan toebrengen. Even opwarmen tot 1450 graden en hopen op het beste.
Let wel, als alles eenmaal gesmolten, gemixed en weer gestold is, dan zijn alle stoffen gebonden en is het glas volledig onschadelijk. Gooi dus vooral niet je Lalique glas bij het chemisch afval! Dat is nergens voor nodig. Geniet ervan, het kan eenmaal gemaakt geen kwaad!
Maar ik denk wel dat we bij Glass & Art voorlopig maar even genieten van de glaskleuren die we al hebben. Het glas van René Lalique sparen we dan maar via catawiki.